Kort na de eerste lockdown en het sluiten van de scholen schreef de Volkskrant dat één van de positieve effecten van de corona crisis is dat het online onderwijs een enorme vlucht neemt. De toon van het artikel ademde de gedachte dat daarmee als vanzelfsprekend de kwaliteit van onderwijs toe zou nemen.
Dat bleek een naïeve gedachte zoals duizenden leerkrachten inmiddels ervaren hebben. Met de lock down dreigde een volledige stilstand van onderwijs en het uit beeld raken van grote groepen leerlingen en studenten. Online onderwijs heeft dat enigszins voorkomen. Enigszins, omdat er tenminste wel iets van contact tussen leerkracht en leerlingen of studenten overbleef, maar goed onderwijs? Dat is het niet geworden. Tot op vandaag is voor veel studenten in het MBO en HO onderwijs volgen verworden tot inloggen op een online les, het internet afstruinen en filmpjes downloaden; een armzalige afspiegeling van wat goed onderwijs zou kunnen zijn. Voor veel docenten is goed online onderwijzen ook nog eens veel inspannender – en tegelijkertijd minder bevredigend – dan life lesgeven. De door de Volkskrant gedroomde stap voorwaarts blijkt één grote struikelpartij.
Voorlopig moeten we het er hoe dan ook mee doen. Vier adviezen voor effectief leren online:
- Kleine groepen
Liever drie keer 20 minuten of een halfuur met een (deel) groep van maximaal 8 leerlingen dan 1x een uur met 24. Met 4 tot 8 leerlingen blijft het mogelijk iedereen in een online bijeenkomst min of meer ‘gezien’ te hebben. Met meer dan acht lukt dat niet.
2. Directe instructie
Werk ook online met de basisstructuur van directe instructie, maar doe niet alles in één lange sessie. Splits start en instructie van het zelfwerken. Dat laatste kan ook off-line. Kom dan bij de afsluiting weer bij elkaar. Zo’n constructie geeft je ook de mogelijkheid in kleinere geroepen te werken, bijvoorbeeld bij tnstructie en afsluiting.
3. Interactie
Leg een lijst met de namen van de deelnemers naast je beeldscherm. Zet de namen in blokjes van vier en geef met grote afwisseling studenten uit verschillende blokjes even het woord voor een eigen samenvatting, een korte denk- of oefenvraag. Vermijd langdurige één op één interactie als andere studenten daar buiten kunnen blijven.
4. Eén op één
Reserveer tijd aan het einde van de dag om een kort één op één contact te leggen met studenten die je tijdens de online bijeenkomsten niet of onvoldoende in beeld komen. Het ideale is daarbij de vijand van het goed. Je hoeft ze niet allemaal elke dag te vinden. Kies er elke dag een paar om naar op zoek te gaan en voer daar een echt gesprek mee.
Het blijven noodverbanden, roeien met de riemen die we hebben. Als online onderwijs mainstream wordt in MBO en HO moeten we ons herbezinnen over hoe kwaliteit van onderwijzen er dan uitziet. Zolang je te maken hebt met studenten met een redelijk vermogen tot zelfsturing zal het allemaal nog wel gaan, hoewel je dan ook kwaliteit van leren inlevert. Maar het is een foute vooronderstelling te denken dat de meerderheid van studenten in die leeftijdscategorie over voldoende kritische zelfsturing beschikken om ook maar in de buurt te komen van effectief online leren.
En veel docenten zien dat onder hun ogen gebeuren zonder de middelen om daar iets aan te doen. Ik spreek er regelmatig die alle plezier in hun vak aan het verliezen zijn en al om zich heen kijken naar ander werk. En dat zijn niet de slechtste. Veel van hen vinden alsmaar online een armoedige vorm van onderwijzen. En terecht.
Vooralsnog is er van die sprong voorwaarts die de Volkskrant voorspelde niet veel te zien.