Marcel van Roosmalen beschrijft in zijn column in de nrc pijnlijk duidelijk de makke van lesgeven online. In een paar streken schetst hij de zinloosheid van de goed bedoelde pogingen van de leerkracht om zijn dochter Lucie thuis te bereiken. Voor de helderheid: leren online heeft tot nu toe alleen zijn nut bewezen in de zogenaamde ’instructie-video’. Het glasheldere U-tube filmpje dat laat zien hoe je het batterijtje vervangt, je koffiezetapparaat schoonmaakt of weet ik wat repareert. Al het andere is ’talking-heads’. Geleuter tegen de camera. Dat is alleen boeiend voor mensen die 100% geïnteresseerd zijn in wat jij te vertellen hebt. En met alle respect voor leerlingen en studenten: dat is in het onderwijs nu eenmaal niet zo. Het lukte de juf van Lucie dus ook niet om er iets van te maken wat maar in de buurt van een les kwam.
En de oplossing ligt zo voor de hand. Deel je groep op in viertallen. Praat mét ze, niet tégen ze. Leg uit wat je de komende uren van ze verwacht. Koppel ze aan elkaar, zeg hoe laat ze weer in moeten loggen en op naar je volgende viertal. Maak contact snotverdorie, met allemaal!
Het is wellicht mosterd na de maaltijd. iedereen mag weer naar school van onze ministers. Maar desondanks kan het geen kwaad het nog maar eens te herhalen: het begint met goed live onderwijs. Op een aantal plekken heeft men plotseling de ’voordelen’ van online onderwijzen ontdekt. Geen reistijd, schijnbaar geen gedoe om je studenten of leerlingen bij de les te houden, koffie onder handbereik… Het lijken allemaal voordelen. Schone schijn. Het instructie filmpje is prima. Maar vergis je niet in de vakkennis die nodig is om dat te maken. Online is ok voor contact met individuen of kleine groepjes op afstand. Maar bedenk dat goed ’live’ onderwijs onmisbaar is.